Politiek Platonisme bij Alexander Doegin
Wij leven in een tijdperk dat de filosofie achter zich lijkt te hebben gelaten; filosofie heeft, net als poëzie en religie, geen plaats meer in de publieke sfeer van vandaag. Dit heeft gevolgen, ook voor de politiek. De Russische socioloog Alexander Dugin betoogt dat politiek en filosofie sinds het begin nauw met elkaar verbonden zijn geweest. Volgens Dugin is politiek altijd filosofie in actie; achter elk beleid gaat een filosofie schuil (ook al is de politicus zelf zich daar niet altijd van bewust). Als de filosofie van een samenleving verandert, verandert ook haar politiek. De politieke filosofie staat centraal in Doegins onlangs vertaalde bloemlezing Political Platonism, een reeks teksten over o.a. Platon, traditionalisme, Heidegger en neo-platonisme.
Doegin ziet Plato als de cruciale filosoof, een waardevolle kennis om politiek en geschiedenis te begrijpen. Plato heeft onder meer invloed uitgeoefend op belangrijke stromingen in alle drie Abrahamitische godsdiensten, waaronder de Kabbala, de Ishrak en Plotinus. Plato's dialoog Parmenides kan als uitgangspunt dienen om verschillende politieke filosofieën te belichten. Zien wij het geheel als primair of zien wij de set als datgene wat het opbouwt? Dit heeft een directe invloed op de wijze waarop wij de democratie waarderen, die op individuen is gebouwd. Doegin schrijft dat "juist deze verwerping van het Ene, en de erkenning van de Velen, het basisdogma is van het hedendaagse... de postmoderniteit vertegenwoordigt een hypertrofische, extravagante versie van de laatste hypothesen van de Parmenides, de achtste in het bijzonder". Zoals bekend is er voor postmodernisten geen "Zweeds", er zijn alleen "individuen" (als dat al zo is). Wat Doegin ook laat zien, is een politieke filosofie met consequenties. Hij heeft er geen bezwaar tegen dat het volk zijn lot in eigen handen neemt, maar maakt hier onderscheid tussen twee vormen daarvan, politeia en democratie; politeia is het zelfbestuur van de burgers van de Polis, steunend op tradities en fundamenten; democratie is de chaotische agitatie van een opstandige menigte. Het gepeupel bestaat uit individuen zonder gemeenschappelijke tradities (vergelijk Günther's onderscheid tussen volk en massa, Dugin gaat hier niet in op het economische aspect waarbij het volk bestaat uit zelfbezittende families terwijl de massa geproletariseerd is).
De opvatting is consistent, het volk (narod in het Russisch en Volk in het Duits) staat centraal bij Doegin. Hij stelt het tegenover het individu van het liberalisme, de klasse van het marxisme en het ras en/of de staat van het fascisme. Hier vindt hij niet in de laatste plaats steun bij Heidegger. Het volk is een organische realiteit, een gemeenschap met geschiedenis, cultuur, solidariteit en cultus. Doegin verbindt het volk met de zoektocht naar het authentieke en citeert Heidegger: "Durven wij opnieuw goden te hebben en met hen de waarheid van de narod?" Cultus en cultuur hangen samen, "cultus en cultuur zijn altijd zeer nauw met elkaar verbonden geweest, en het is een waarheid die wij in Denemarken en in de westerse wereld op het punt staan opnieuw te leren", om de lutherse getijdentrekker Christian Langballe te citeren.
Bijzonder de moeite waard is de langere tekst waarin Doegin het heeft over noomakhia, een nieuw woord dat is geïnspireerd op de titanomakhia uit de Griekse mythologie. Het gaat om de strijd tussen drie manieren om naar de wereld te kijken, drie Logoi. Hier combineert Doegin Nietzsche met Evola en Bachofen. Waar Nietzsche het Apollinische en het Dionysische beschreef, brengt Doegin ook het Kybeliaanse in. Nietzsche's onderscheid is onvoldoende om de moderne wereld te beschrijven, Evola's beschrijving van het ktonische en tellurische is een waardevolle aanvulling. Doegin heeft verschillende boeken geschreven over hoe deze drie manieren om de wereld te ervaren en hun strijd door de geschiedenis lopen, Political Platonism vat de benadering samen. Kybele is "de grote moeder", als een van de drie Logoi vertegenwoordigt zij, volgens Doegin, de heerschappij van de Titanen, kwantiteit en materie. En Kybele regeert vandaag Europa volgens Doegin. Materialisme, hedonisme, feminisme, collectivisme en dergelijke zouden er voorbeelden van moeten zijn, echte Europeanen ervaren het Europa van vandaag per definitie als een verval, zijzelf als vreemdelingen. De kou regeert en Indo-Europa wordt gedemoniseerd en gemarginaliseerd. Maar Doegin rekent ook de moderne wetenschap tot de chaoten, "werkend met datgene wat in de wereld het meest hersenschimmig, illusionair en hels is, een verzameling van materiële lichamen, atomen en deeltjes". Hij gaat ook in op de chymische androgyne, de eunuch, relevant in ons anti-masculiene tijdperk. Het gedeelte over de drie Logoi en de Noomakhia, hun conflict waar nu de Kybeliaanse heerschappij heerst, is beslist een van de meest tot nadenken stemmende en vruchtbare gedeelten van het boek. Dit staat los van de vraag of men de conclusies van Doegin volledig deelt; een of twee liberale lezers zullen bepaalde aspecten van het Kybeliaanse waarschijnlijk positiever waarderen dan Doegin. Voor Doegin moeten Apollo en Dionysus terugkeren.
Over het geheel genomen is dit een boek dat de moeite waard is en een goede introductie tot Doegin. Soms ligt de nadruk op zijn politieke agenda, Doegin staat erom bekend pro-Russisch te zijn. Delen van het boek zijn gericht op Russische lezers, met adviezen over hoe zij hun voordeel kunnen doen met Plato en Heraclitus. Maar als filosoof is Doegin waardevol, of je nu pro- of anti-Russisch, libertair, marxist of fascist bent. Zijn gedachten over het verband tussen filosofie en politiek zijn de moeite waard, en zijn beschrijving van de verschillende hypothesen in Parmenides weerspiegelt op eerlijke wijze zelfs de postmoderne interpretaties. Dit is misschien niet helemaal het geval in de beschrijving van Kybele, waar Doegin duidelijk gehecht is aan de traditionele en Indo-Europese Logoi die thans terzijde worden geschoven. Maar het perspectief, het historische conflict tussen drie manieren om naar de wereld te kijken, is hoe dan ook vruchtbaar. Hetzelfde geldt voor het ambitieuze project van Doegin om na te gaan wat er in het Westen is misgegaan, helemaal teruggaand tot het filosofische begin. Hij betoogt dat een van meet af aan te sterk logocentrisme een centrale rol heeft gespeeld (hier liggen overigens de kiemen van een positievere kijk op het niet-cynische vrouwelijke, iets waar Doegin zelf niet over uitweidt). Heidegger suggereert ook de mogelijkheid van een "nieuw begin".
Doegin is ook explosief, wat hem, in combinatie met zijn vaak originele en nieuwe ideeën, echt aangenaam om te lezen maakt. In Political Platonism komt alles aan bod van Dumont en Deleuze tot Heidegger, Heraclitus en Husserl. Guénon wordt vergeleken met Marx en het postmodernisme wordt voorzichtig maar vastberaden gedeconstrueerd. Als je een intellectuele inslag hebt, is het zowel lonend als leuk. Doegin is altijd Doegin, met het sterke dualisme, het vanzelfsprekende "Russocentrisme" en de neiging tot apocalyptisch denken die dat met zich meebrengt. Maar het betekent ook dat hij altijd een intelligente, originele, relevante en goed geïnformeerde kennis is. Political Platonism is geen uitzondering; de lezer zou tijdens het lezen verschillende aha-momenten moeten hebben en waarschijnlijk een gedeeltelijk nieuwe kijk op het hedendaagse leven.
Bron: https://motpol.nu/oskorei/2019/10/01/politisk-platonism/
Het boek van Doegin kan onder andere hier worden gekocht: Arktos