Transhumanisme, sciëntisme, democratie: de triomf van het positieve nihilisme
In een eerste benadering duidt transhumanisme op het geloof in een diepgaande transformatie van de huidige menselijke conditie, waarbij maximaal gebruik wordt gemaakt van de beschikbare technologie. Aan de basis van deze ideologie ligt een radicale verheerlijking van de Verlichte rede, die beweert door middel van technologie de "aard der dingen" te kunnen manipuleren.
De term "trans" betekent dus de totale emancipatie van de mens van alle beperkingen en orde. Met andere woorden, het transhumanisme belooft de mensheid het door de erfzonde verloren Eden te "heroveren": uitroeiing van ziekten, vermindering van armoede, vertraging van veroudering, d.w.z. het worden van entiteiten, enz.
Een onbegrensd geloof in de kracht van wetenschap en technologie dat niet alleen van deze tijd is, maar in het verleden illustere exponenten had zoals Roger Bacon (1214-1294), Pico della Mirandola (1463-1494), Francis Bacon (1561-1626). Dit vertrouwen gaat uit van één en slechts één doel: de maximalisering van het menselijk geluk. Het is duidelijk hoe, in dit perspectief, politiek samenvalt met macht, of liever met het nastreven van voorwaardelijke doelen, afhankelijk van het belang van het moment, en haar enige doel verliest, dat, zo leert Augustinus van Hippo (354 n.Chr. - 430 n.Chr.), wat rechtvaardigheid is.
In de transhumanistische ideologie bestaat er geen ethiek meer, maar is alles wat de vooruitgang van de mensheid garandeert "ethisch". De geuite kritiek betekent niet het aannemen van een gesloten houding, vijandig tegenover elke vorm van vooruitgang, maar de herinnering dat evolutie en verbetering niet tegen de gegeven "natuurlijke orde" kunnen worden opgebouwd: (bijv. door de foetus te onderdrukken vanwege genetische misvormingen, door er een wil tot macht over uit te oefenen). Juist omdat het deze irrelevant en onoverkomelijk acht, erkent het transhumanisme de orde, zij het als een operationeel en niet-reglementair instrument, met als doel echter een eigen "functionele" orde te construeren, steeds met het oog op een maximaal welzijn (herinneren wij ons de samenleving van de besmettingsvrije personen die het "groene certificaat" bezitten en als zodanig een veilige plaats kunnen bezoeken?)
Op die manier werkt het transhumanisme met een "delirium van almacht", dat de plaats inneemt van God en de door Hem geschapen (voor de menselijke rede toegankelijke) orde en de in zijn natuur gewortelde vrijheid van de mens vervangt door een "morfologische vrijheid". Uitgaande van een visie op de mens als een "project" en niet als een "concept" in de Aristotelische betekenis van het woord, komt het transhumanisme via een democratische procedure uit bij de gezichtsloze tirannie van het sciëntisme, bij een "positief nihilisme", zoals het op gezaghebbende wijze is gedefinieerd door prof. Danilo Castellano (Universiteit van Udine), in weerwil van dat moderne constitutionalisme dat niet alleen geen enkele macht heeft beperkt, maar er zelfs een aura van "goddelijkheid" aan heeft toegekend... die echter altijd "sterfelijk" blijft.