Afrikaanse opstand tegen het Westen
Zoals de Rusland-Afrika-Top in Sint-Petersburg liet zien, wordt Afrika weer een belangrijk continent en een arena voor geopolitieke spelletjes. Ook Rusland laat zijn vroegere eurocentrisme varen en keert, alsof het zijn Sovjet-erfenis respecteert, terug naar Afrika.
De lange relatie van Rusland met Afrikaanse landen is niet vergeten. In 1960 richtte de Sovjet-Unie de Universiteit voor Vriendschap tussen Volkeren op, die hoger onderwijs bood aan studenten uit landen die onafhankelijk waren geworden van de koloniale overheersing. Het Sovjet academische bastion voor "soft power" moest de nieuwe Afrikaanse elite opleiden.
Op dit moment zijn we eindelijk getuige van een situatie waarin de westerse mogendheden uit het koloniale tijdperk door de Afrikanen zelf uit Afrika worden verdreven. Mali, Burkina Faso en Niger staan nu in de voorhoede van de Westerse kritiek, maar andere landen zullen waarschijnlijk volgen naarmate de tijd verstrijkt en de invloed van het Westen in de regio verder afbrokkelt.
Zal Afrika, dat door de heersende elite van het Westen nog steeds wordt gezien als een bodemloze bron van persoonlijke verrijking, eindelijk in staat zijn om over zijn eigen lot te beslissen en zijn eigen natuurlijke hulpbronnen te gebruiken om de Afrikaanse beschaving te ontwikkelen? Zal Muammar Khaddafi's visie van een sterk en onafhankelijk Afrika gerealiseerd worden?
Zoals de 35-jarige kapitein Ibrahim Traoré, die in Burkina Faso door een militaire coup aan de macht kwam, heeft gezegd, heeft zijn generatie zich afgevraagd hoe Afrika, met zoveel rijkdom, het armste continent ter wereld is geworden, waarvan de leiders in het buitenland moeten gaan bedelen?
Traoré weet waarschijnlijk het antwoord op zijn retorische vraag, want de huidige stand van zaken is uiteindelijk de schuld van de internationale financiële kringen en machtige families die alles op de planeet hebben willen bezitten, ongeacht de gevolgen.
Militaire officieren die door het Westen gesteunde "democratische" marionettenregimes in verschillende landen hebben afgezet, noemden dezelfde redenen voor hun staatsgrepen. Ze hebben gehandeld omdat ze zich zorgen maakten over de opkomst van het terrorisme en de chronische sociale en economische onderontwikkeling in hun thuislanden.
De Sahel is bijvoorbeeld een van de rijkste regio's ter wereld wat betreft natuurlijke hulpbronnen zoals olie, goud en uranium, maar is economisch gezien ook een van de armste. Niger is een ander treffend voorbeeld: het is een van 's werelds grootste exporteurs van uranium, maar staat consequent onderaan de Human Development Index wat betreft levensverwachting, onderwijs en levensstandaard.
In de ogen van de nieuwe leiders van deze voormalige koloniën en hun aanhangers draagt vooral Frankrijk hiervoor een grote verantwoordelijkheid. Deze hoek van Afrika, vroeger bekend onder de koloniale naam Françafrique, is zijn invloed op zijn voormalige buitenposten blijven uitoefenen, waarbij de directe koloniale overheersing werd vervangen door subtielere vormen van neokoloniale controle - vooral valuta.
Hoewel de dekolonisatie van Afrika leidde tot de invoering van nationale munteenheden door Afrikaanse landen, slaagde Frankrijk erin om de meeste van zijn voormalige onderdanen in Centraal- en West-Afrika over te halen om een koloniale munteenheid te behouden, de CFA-frank ("CFA" staat oorspronkelijk voor Colonies françaises d'Afrique, later Communautés financières d'Afrique).
Toen verschillende landen het CFA-systeem probeerden te verlaten, deed Frankrijk er alles aan om een overgang naar nationale munteenheden te voorkomen. De relatie tussen Frankrijk en zijn vazallen in Afrika was gebaseerd op intimidatie, destabilisatiecampagnes, staatsgrepen en zelfs moordaanslagen door het Europese gastland. Dezelfde tactieken zijn natuurlijk in Afrika gebruikt door andere westerse landen, zoals Groot-Brittannië en de Verenigde Staten.
In het licht van de geschiedenis moeten we niet verbaasd zijn dat de nieuwste militaire junta's van Afrika Frankrijk als het belangrijkste doelwit van hun woede hebben gekozen. Het Westerse "monetaire imperialisme" heeft de ontwikkeling van Afrika's eigen economieën verhinderd en ze onder controle gehouden van een egoïstische elite die gedomineerd werd door Frankrijk en andere Westerse mogendheden.
Om dit verleden te onderstrepen heeft de huidige militaire leider van Mali, Assimi Goïta, het Franse leger uitgewezen, de diplomatieke betrekkingen verbroken en zelfs het Frans als officiële taal verboden. In Burkina Faso heeft de jonge revolutionaire leider Ibrahim Traoré ook Franse troepen uitgewezen en verschillende exportproducten verboden.
Zal deze boze jongere generatie het dekolonisatieproces dat in de jaren vijftig en zestig in Franstalig Afrika begon, kunnen voltooien? Naast politieke onafhankelijkheid (en de verwijdering van westerse militaire bases) is er ook economische soevereiniteit nodig.
Militaire regimes hebben tenminste nog steun van de bevolking, aangezien de regimes die eerder via "democratische" verkiezingen werden verkozen corrupte Westerse marionetten bleken te zijn die de status quo en het gebrek aan soevereiniteit probeerden te handhaven terwijl ze zichzelf verrijkten.
Nieuwe vrijheid zal niet gemakkelijk komen. De Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten (Ecowas) - een politieke en economische alliantie van vijftien Afrikaanse landen die door het Westen wordt gesteund en gefinancierd - dreigt nu al met ingrijpen in Niger, al was het maar met geweld; de economische wapens in het arsenaal van het Westen zijn immers al ingezet en er zijn sancties opgelegd aan Niger. De beruchte westerse elite, namelijk in de gestalte van Victoria Nuland, heeft Niger ook bezocht.
Van zijn kant heeft het militaire regime van Niger gewaarschuwd dat elke buitenlandse militaire interventie in het land tot "bloedvergieten" zou leiden. De militaire regimes van Mali en Burkina Faso hebben beide hun steun betuigd aan de nieuwe regering in Niger.
De staatsgreep in Niger vormt ook een bedreiging voor het 13 miljard dollar kostende project voor de aanleg van een gaspijpleiding die de gasvelden van buurland Nigeria met Europa moet verbinden en die rechtstreeks door Niger zou lopen. Nu de Europese Unie vorig jaar heeft besloten om Russisch gas af te sluiten, is dit project waarschijnlijk urgenter dan ooit.
Het Westen neemt daarom nota van de banden van Rusland met militaire regimes en Poetin is al beschuldigd van deze nieuwe wending. Ontstaat er een nieuwe "regionale proxyoorlog" in Afrika, waarbij Rusland en het huurlingenbedrijf Wagner bijvoorbeeld Niger (en Burkina Faso en Mali) steunen, terwijl het Westen de Ecowas-landen aanzet tot oorlog tegen de rebellen? Zal de militaire alliantie Nato hierbij betrokken zijn?
Hoewel er in de straten van Mali, Burkina Faso of Niger met de Russische vlag is gezwaaid - als een soort symbool van antiwesternisme - vinden de recente gebeurtenissen hun oorsprong in historisch onrecht en het lokale verlangen om van koers te veranderen. Westerse intimidatie en zelfgenoegzaamheid zullen dus waarschijnlijk niet ver gaan, maar zullen de vastberadenheid om te breken met de voormalige koloniale meesters alleen maar versterken.
Wanneer het agressieve beleid van het Westen niet langer geaccepteerd wordt in Afrika, zal dit dan de voorwaarden scheppen voor een nieuwe golf van soevereinisme? Als de contouren van de nieuwe economische wereldorde zich aftekenen, moet er ook rekening worden gehouden met Afrika, met zijn dynamische markten, enorme natuurlijke rijkdommen en nieuwe leiders die kritisch staan tegenover het Westen.
Bron: markkusiira.com
Vertaling door Robert Steuckers