250 jaar geleden (1774): Johann Gottfried Herder publiceert de verhandeling over de filosofie van de geschiedenis Ook een filosofie van de geschiedenis voor de opvoeding van de mensheid

02.11.2023

Kan een beschimping een geschikt middel zijn om over geschiedenis te filosoferen? Volgens de Duitse filosoof, theoloog en vertaler Johann Gottfried Herder (1744-1803) kan er geen geschikter middel zijn. Het gaat namelijk over niet minder dan een onderwerp als de geschiedenis van de vorming van de mensheid. Hoe is de mens geworden wat hij is? Volgt hij een plan van God of de allesoverheersende vooruitgang die de mens uiteindelijk moreel en ethisch zal veredelen?

Een vernietigende kritiek op de Verlichting

In zijn in 1744 gepubliceerde geschrift durfde de welbespraakte Oost-Pruis het aan om de filosofie van de Verlichting aan een vernietigende kritiek te onderwerpen - let wel, als een van de eerste Duitsers vóór (!!) de Franse Revolutie van 1789, toen de helse colonnes nog niet de Vendée waren binnengemarcheerd voor de eerste genocide van de moderne tijd en voordat de guillotine in Parijs massaal de hoofden van alle tegenstanders van de Franse Revolutie had afgehakt in naam van de revolutie, het liberalisme en de mensen- en burgerrechten. Zelfs vóór de misdaden van de Revolutie herkende Herder de despotische keerzijde van de Verlichting, in de zin van een dialectiek van de Verlichting die schuilging achter de zinnen van verbetering en welzijn voor het menselijk ras: De uitbuiting van andere continenten en volkeren in naam van hun eigen beschavingssuperioriteit, de vernietiging van de eigenaardigheden van de volkeren in Europa in naam van een alles verenigende menselijke cultuur, maar ook de mechanisering en verwijfdheid van het leven werden door de Duitser al lang voor de opkomst van de consumptiemaatschappij en de doorbraak van het kapitalisme onderkend. Daarbij hanteert hij weliswaar een stijl die voor lezers van vandaag heel eigenaardig is omdat hij rijk is aan metaforen, en men merkt ook de pamfletachtige aard van het geschrift op, maar Herder blijft toch eerlijk tegenover zijn tegenstander Voltaire door diens filosofische stellingen op een overdreven manier samen te vatten. Dit is opmerkelijk omdat het vrij riskant was om dit te doen in de absolutistische vorstendommen van het Heilige Roomse Rijk - niet voor niets liet hij dit geschrift alleen onder een pseudoniem publiceren om zijn positie als opzichter en predikant te beschermen.

Een enorme filosofische verhandeling: van het oude Egypte tot de Verlichting

In de loop van een enorme filosofische uitweiding - Herder levert een parforceride van het oude Egypte tot het tijdperk van de Verlichting - stelt de belezen boekhandelaar het vooruitgangsoptimisme van de Verlichting en haar haat tegen traditie en het verleden ter discussie. In tegenstelling tot de rage van "verlichte" tijdgenoten om alle voorouders, of ze nu uit het oude Griekenland, Rome of de Middeleeuwen stammen, tot inferieure barbaren te verklaren die nog niet verlicht zijn door het licht van het moderne denken, pleit Herder ervoor om elke tijd en elk volk met zijn eigen maatstaf te meten en te beoordelen op zijn eigen waarden en omstandigheden, niet die van de 17e en 18e eeuw. Daarbij gaat de Duitse filosoof zelfs nog een stapje verder: over lange afstanden kan hij geen enkele verdere ontwikkeling van de mens herkennen, maar stelt hij zelfs één of twee regressies vast: In de relatie tussen man en vrouw constateert hij bijvoorbeeld een achteruitgang van de kuisheid, die nog heilig was voor de Germanen, evenals een achteruitgang van de moraal. Hij ziet zelfs de ridderlijke eer van de krijger volledig verdwijnen met de komst van langeafstandsgeschut. Johann Gottfried Herder ziet zijn tijd helemaal niet als een tijdperk van vooruitgang, maar als een tijd van verval. Hij is ook ontzet over het gebrek aan godsvreze en religiositeit onder zijn tijdgenoten, wat hij helderziend ziet als een voorwaarde voor het ontstaan van een toekomstig bijgeloof. Zijn beschrijving van de steeds meer gecentraliseerde moderne staat, die hij ziet als een mechanisch monster dat mensen van elkaar vervreemdt en de beslissingsmacht over hun toekomst in steeds minder handen concentreert, heeft hier een profetisch effect.

Herder: Geschiedenis als opeenvolging van traditie en individualiteit - Eerste etnopluralist

De theoloog Herder begeeft zich op interessant terrein als hij het heeft over de betekenis van geschiedenis. In tegenstelling tot Voltaire wil hij dit, in navolging van Shakespeare, herkend hebben in de elkaar aanvullende continuïteiten en discontinuïteiten van de geschiedenis. In de zin van een organisch christelijk wereldbeeld zet hij de tijdperken af tegen de menselijke tijdperken van ontwikkeling in de vorm van een boomparabel. Hij stelt bijvoorbeeld dat de Romeinen alleen in staat waren om hun culturele hoogtijdagen te bereiken omdat ze konden putten uit de kennis van de Grieken, die zelf door allerlei historische omstandigheden niet in staat waren om een duurzaam en krachtig heersingssysteem op te zetten dat vergelijkbaar was met het Romeinse Rijk. Tegelijkertijd - hier put hij uit de ineenstorting van het Romeinse Rijk - bestaat de geschiedenis ook uit voortdurende revoluties. De individualiteit van volkeren zou voortvloeien uit hoe zij omgaan met de traditie die hen gegeven is - door deze te verwerpen of te assimileren. Voor hem worden individualiteit en continuïteit uiteindelijk een paradoxale eenheid, analoog aan de monade van Leibnitz, die de hele werkelijkheid weerspiegelt en toch individualiteit blijft. Zonder het te willen of te weten, bevorderen mensen het geheel door hun eigen individualiteit te ontwikkelen. Hiermee stelt Herder - in tegenstelling tot de filosofen van de Verlichting - geen hiërarchie vast onder de volkeren of beweert hij niet dat het ene volk superieur is aan het andere - maar benadrukt hij juist hun verschil en gelijkheid. Hij vormt zo de basis voor het idee van etnopluralisme in Nieuw Rechts, dat later door de Duitser Henning Eichberg zou worden geformuleerd.

Een belangrijke bijdrage aan de rechtse kritiek op de vooruitgang

Over het geheel genomen kan Johann Gottfried Herders Ook een filosofie van de geschiedenis van de opvoeding van de mensheid geïdentificeerd worden als een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van de rechtse filosofie. Met vooruitziende blik herkende Herder het bedreigende potentieel van de Verlichting en het universele liberalisme, achter wiens suikerzoete masker van menselijkheid de lelijke grimas schuilgaat van een kosmopolitisme dat volkeren vermoordt, zelfs nog voor zijn woede. Al 250 jaar geleden bekritiseerde hij het begin van de globalisering en de uitbuiting van verafgelegen gebieden in de wereld. Vandaag de dag weten we dat degenen die de bestaansmiddelen van andere volkeren vernietigen en hun eigen cultuur opdringen, dit onvermijdelijk tientallen jaren later op hun eigen deur zien kloppen. Tegelijkertijd leert Herder ons om de complexe processen van de geschiedenis te begrijpen als een afwisseling van traditie en individualiteit, die elkaar allebei aanvullen. Volkeren dragen niet bij aan de geschiedenis door zich te assimileren, maar door hun individualiteit te bewaren. Het is precies in dit uur van zijn diepste vernedering dat Duitsers - maar ook alle andere Europeanen - wordt aangeraden om dit werk te lezen.

Vertaling door Robert Steuckers