Louis Dumont als sociologische inspiratiebron
Een van de invloedrijke denkers die mij ertoe aanzette en inspireerde om deze lezing te geven is de Franse sociaal antropoloog Louis Dumont, auteur van het opmerkelijke boek Homo Hierarchicus.
Dumont is een uitmuntende Europese indoloog, een student van hiërarchieën, kasten en andere sociale structuren, die in zijn tijd samenwerkte met Roger Caillois, Marcel Mauss en Georges Bataille. Hij had uitgebreide ervaring in het bestuderen van de op kasten gebaseerde hiërarchische samenleving van India.
Dumont is van belang omdat hij een sociaal antropoloog was met een nadrukkelijk traditionalistisch standpunt, dat zeldzaam is onder 20ste-eeuwse denkers en helaas bijna geheel afwezig is in de 21ste eeuw.
Dumont pleitte voor een welomschreven “macronarratief” dat de hiërarchische maatschappij ondersteunde en de moderne maatschappij bekritiseerde vanuit de posities van een traditionalistisch wereldbeeld. In het Westen van vandaag zijn dergelijke “grote verhalen” niet langer mogelijk en zelfs onaanvaardbaar.
Er vindt een actieve versplintering van het bewustzijn plaats in de Westerse samenleving, die bewust, opzettelijk en agressief wordt beoefend en ondersteund, zowel in de wetenschappelijke gemeenschap als op het niveau van gewone leken.
In onze tijd onthouden universiteitsprofessoren zich van serieuze generalisaties en waardeoordelen, en nog meer van plannen en het stellen van doelen.
Louis Dumont hield zich bezig met de onpartijdige analyse van het individualisme in het tijdperk van de moderniteit en de egalitaire theorieën die op dergelijke principes waren gebaseerd (1).
Volgens Dumont is individualisme de antithese van hiërarchie en op individualisme zijn alle moderne theorieën over democratie gebaseerd, die Dumont als gebrekkig beschouwde.
Louis Dumont is de autoriteit waarop we ons vandaag zullen richten. Hij is de hoofdpersoon van onze lezing, de inspirator en mentor van het onderzoek van vandaag. Zijn werken Homo Hierarchicus en Homo Aequalis zijn te vinden in het Engels, Frans en zelfs Russisch.
En dus bestaat er hiërarchie wanneer iets als een geheel wordt waargenomen, in de context van elk holistisch model, of we het nu hebben over het hele universum als geheel, of over een gemeenschap, een collectief of een samenleving als geïntegreerde structuren die functioneren als een maatstaf voor dingen. Als het individu de maatstaf van alle dingen wordt, dan ontstaat er natuurlijk geen hiërarchie. Integendeel, zowel in theorie als in de praktijk wordt hiërarchie afgeschaft.
Dumont neemt de Indiase samenleving, die hij nauwgezet en grondig heeft bestudeerd, als model en onderzoekt haar inherente systeem van varna en jati (in westerse terminologie onnauwkeurig gegeneraliseerd en gedefinieerd als “kasten”) als een klassiek voorbeeld van een samenleving die is gestructureerd op basis van het hiërarchische principe.
Vanuit het standpunt van Dumont: “kasten leren ons een fundamenteel sociaal principe, namelijk hiërarchie. Wij, in onze moderne samenleving, hebben het tegenovergestelde principe aangenomen, maar het is niet zonder waarde voor het begrijpen van de aard, de grenzen en de voorwaarden voor het realiseren van het morele en politieke egalitarisme waaraan wij gehecht zijn” (2). “Waarom,” vraagt Dumont, “zouden we naar India reizen, als we niet proberen te ontdekken hoe en in welk opzicht de Indiase samenleving of Indiase cultuur, vanwege haar eigenaardigheid, een vorm van het universele vertegenwoordigt?” (3).
Hij wijst erop dat de moderne antropologie geen recht doet aan de Indiase varna-theorie, die hij slechts als een overblijfsel beschouwt.
Uit het boek Eschatologisch optimisme
Voetnoten:
(1) Louis Dumont, Essays on Individualism: Modern Ideology in Anthropological Perspective (Chicago: University of Chicago Press, 1986).
(2) Dumont, Homo Hierarchicus, 2.
(3) ibid., 3.
Vertaling door Robert Steuckers