De Zuid-Ossetische crisis van 2008: de eerste proxy-oorlog tussen de NAVO en Rusland

08.08.2024
In augustus 2024 is het 16 jaar geleden dat Rusland zijn eerste grote buitenlandse militaire operatie van de 21ste eeuw startte. Dat gebeurde nadat de Amerikaanse satellietstaat Georgië de afgescheiden regio Zuid-Ossetië binnen viel. Daarbij sneuvelden 10 Russische vredeshandhavers. Dat was het startsein voor de eerste proxy-oorlog tussen het Westen en Rusland. 
 
De oorlog tussen Rusland en Georgië was het grootste vertoon van Russische militaire macht sinds het einde van de Koude Oorlog. Voor Rusland was dit conflict van bijzondere betekenis: het markeerde niet alleen het begin van de huidige confrontatie met het Westen, maar leidde tevens tot een ingrijpende modernisering van het Russische leger.
 
Na de nederlaag in de Koude Oorlog – met als gevolg het uiteenvallen van het Russische Rijk dat de USSR immers was – schonk deze oorlog Rusland terug zelfvertrouwen. Het liet duidelijk zien dat het onverschrokken zou reageren op elke Westerse aanval op zijn belangen in de ex-USSR. 
 
De oorlog kan gesitueerd worden in het kader van de Amerikaanse strategie van de omsingeling van Rusland. De oorlog in Georgië bleek een voorproefje van de huidige Russisch-Oekraïense oorlog. 

Achtergrond

De oorsprong van de Zuid-Ossetische crisis moet gezocht worden in de periode dat de USSR implodeerde. Daardoor werden diepgewortelde oude conflicten, die decennialang onder de oppervlakte sluimerden en door het repressieve staatsapparaat de facto ‘bevroren’ werden, weer springlevend.
 
Zuid-Ossetië was tot dan toe een autonome provincie binnen de Sovjetrepubliek Georgië geweest. Met een oppervlakte van 3.900 km² en 98.000 inwoners in 1989 was het een kleine en onopvallende bergregio in de Zuidelijke Kaukasus. Zuid-Ossetië leidde een ongestoord bestaan tot 1989, toen Zviad Gamsachoerdia, president van de Sovjetrepubliek Georgië, het Georgisch – dat tot de Kaukasische talen behoort – tot officiële taal voor de hele Sovjetrepubliek proclameerde. Vanzelfsprekend veroorzaakte dit onrust in Zuid-Ossetië. Het daarop volgende verzoek aan Gamsachoerdia om het Ossetisch – dat tot de Iraanse talen behoort – als officiële taal in hun autonome provincie te erkennen werd niet ingewilligd. 
 
In december 1990 trok de Sovjetrepubliek Georgië de autonomie van de provincie Zuid-Ossetië in. Dit deed historische spanningen tussen Georgiërs en Osseten weer oplaaien en leidde op 5 januari 1991 tot een burgeroorlog. Op 29 mei 1992 verklaarde de republiek Zuid-Ossetië zich onafhankelijk. De burgeroorlog eindigde op 14 juli 1992 met een wapenstilstand en de installatie van een Russische vredesmacht van 500 soldaten, die er met instemming van zowel Georgië als Zuid-Ossetië gestationeerd werd. De volgende 16 jaren verliepen rustig.

President Mikhail Saakasjvili, marionet van het Westen

In 2003 had de VS via een zgn. kleurenrevolutie de in Frankrijk en in de VS opgeleide Georgische jurist Mikhail Saakasjvili aan de macht gebracht in Georgië. Saakasjvili was van november 1993 tot oktober 2021 gehuwd met de Nederlandse Sandra Roelofs. Als derde president van het onafhankelijke Georgië voerde Saakasjvili grote hervormingen door. Hij oriënteerde tevens het land op het Westen en vooral op de VS. 
 
Saakasjvili hervormde het voorheen slecht georganiseerde en onderbewapende Georgische leger met het oog op NAVO-lidmaatschap van Georgië (lees: inzet in buitenlandse conflicten) en het met geweld terug onder controle krijgen van de afvallige regio’s Abchazië en Zuid-Ossetië. Georgische troepen werden in het Georgia Train and Equip Program (GTEP) en in het Georgia Sustainment and Stability Operations Program (GSSOP) opgeleid door de VS. Georgië verhoogde zijn militaire uitgaven tot ruim 7% van het BBP, wat behoorlijk hoog is. Ter vergelijking: in Nederland bedroeg dit in 2022 en 2023 respectievelijk 1,47% en 1,66% van het BBP, terwijl de NAVO-norm 2% van het BBP is. Het militaire budget van Georgië steeg van 18 miljoen dollar in 2002 tot 780 miljoen dollar in 2007. Het leger werd bewapend door Israël (onder andere onbemande spionagevliegtuigjes) en de VS, terwijl er zich ook 1.000 tot 1.300 Israëlische en Amerikaanse militaire instructeurs in Georgië bevonden. Georgische troepen participeerden in de NAVO-bezettingsmacht Kosovo Force (KFOR) in de Servische provincie Kosovo en in de Amerikaanse oorlogen in Irak en Afghanistan. 

Het Kosovo-precedent

In strijd met het internationale recht verklaarden Westerse landen op 17 februari 2008 de sinds 1999 illegaal door de NAVO bezette Servische provincie Kosovo onafhankelijk. Om dit Servische gebied in handen te kunnen krijgen had de NAVO met bijzonder zwaar geweld een eveneens illegale aanvalsoorlog tegen Servië gevoerd. De NAVO had hier immers géén toestemming van de VN-Veiligheidsraad voor gekregen, wat nochtans noodzakelijk was volgens het internationaal recht en waardoor deze oorlog dus een overtreding van het internationaal recht was. 
 
President Poetin zei dat de illegale onafhankelijkheid van Kosovo een vreselijk precedent vormde dat het volledige bestaande systeem van internationale betrekkingen zou vernietigen. Hij waarschuwde tevens dat dit als een boemerang in het gezicht van het Westen zou kunnen terugkeren aangezien dit de onafhankelijkheidsclaims van separatistische regio’s in West-Europa versterkte. Precies om deze reden weigeren trouwens vijf EU-lidstaten – Spanje, Slovakije, Roemenië, Griekenland en Cyprus – nog steeds om Kosovo te erkennen als onafhankelijke staat. Tevens liet Poetin doorschemeren dat Rusland het Westen zou kunnen navolgen door dezelfde logica te hanteren m.b.t. de onafhankelijkheidsclaims van Abchazië, Zuid-Ossetië en Transdnjestrië, die zich afscheidden van de voormalige Sovjetrepublieken Georgië en Moldavië. 
 
Het Westen wees de Russische kritiek hooghartig af en stelde doodleuk dat het Kosovo-precedent slechts “een eenmalig gebeuren” zou zijn, dat nadrukkelijk “geen precedent” zou scheppen. Door het illegale gebeuren rond Kosovo ook nog eens ‘uniek’ te noemen werd de typische Westerse hypocrisie nog maar eens nadrukkelijk in de verf gezet: “Op deze unieke uitzondering na blijft de Europese Unie de in het internationaal recht geldende territoriale onschendbaarheid van staten hoog houden”. Dit was het zoveelste staaltje van meten met twee maten waarvoor het Westen internationaal zo veracht wordt. 
 
Vervolgens werd Rusland door het Westen verder geprovoceerd: in april 2008 werd op de NAVO-top in Boekarest op lange termijn NAVO-lidmaatschap voor Georgië en Oekraïne in het vooruitzicht gesteld. Rusland reageerde daar uiteraard negatief op aangezien het daarin een bedreiging zag. 
 
Op 7 mei 2008 werd voormalig premier Dmitri Medvedev de nieuwe president van Rusland. Hij stelde zijn voorganger Vladimir Poetin aan als premier. 

De Vijfdaagse Oorlog (8 – 12 augustus 2008)

In de late avond van 7 augustus 2008 kondigde Georgië een militaire operatie aan om Zuid-Ossetië terug onder Georgisch gezag te brengen. Omstreeks 23u35 begon het Georgische leger reeds met artilleriebeschietingen. Door de bijzonder hoge onnauwkeurigheid van de Georgische artillerie werden amper militaire doelen getroffen. De Zuid-Ossetische burgers sloegen echter massaal op de vlucht. Enkele uren later – op 8 augustus 2008 om 02u30 – startte een grondoffensief tegen de 500 Russische vredeshandhavers en de ca. 2.500 Zuid-Ossetische soldaten. De bedoeling van de Georgiërs was om de Zuid-Ossetische hoofdstad Tschinval en de Roki-tunnel te veroveren. 
 
De Roki-tunnel is een op 2.000 meter hoogte gelegen tunnel in het Kaukasusgebergte, die onderdeel is van de Transkaukasische Weg en de enige verbinding over land vormt tussen Zuid-Ossetië en Rusland. Georgië wou door het veroveren van de Roki-tunnel de Russische vredesmacht in Zuid-Ossetië isoleren en tot capitulatie dwingen, evenals de aanvoer van Russische ontzettingstroepen blokkeren. 
 
Het moment van het offensief was zéér goed gekozen: alle internationale aandacht was gericht op de 29ste Olympische Spelen in Peking die op de avond van 8 augustus 2008 zouden starten, president Medvedev was met vakantie, premier Poetin was op 7 augustus 2008 aangekomen in Peking om de opening van de Olympische Spelen bij te wonen én in Peking – dat door het tijdverschil vier uur voorloopt op de tijd in Georgië – was het dus midden in de nacht bij de start van het offensief (lees: premier Poetin en alle leden van de Russische delegatie waren in diepe slaap). 
 
Op 8 augustus 2008 om 15u00 hadden de Georgische troepen een groot deel van Tschinval en acht omliggende dorpen veroverd. Het Georgische militaire opzet was echter mislukt. Het hoofdkwartier van de Russische vredestroepen in Tschinval kon niet worden ingenomen. En bovenal slaagden de Georgiërs er niet in om de Roki-tunnel te veroveren, waardoor de aanvoer van Russische versterkingen niet kon afgesneden worden. In Tschinval woedden hevige straatgevechten, waarbij de Georgische troepen aanzienlijke verliezen leden. Tevens werden zes Georgische tanks en vier gepantserde voertuigen vernietigd. 
 
Het verraste Rusland reageerde laat en onhandig, doch met een enorm machtsvertoon. Twee tankcolonnes werden door de Roki-tunnel naar Zuid-Ossetië gestuurd. Rond 18u00 omsingelden Russische tanks Tschinval en beschoten de Georgische posities. De Russische luchtmacht bombardeerde de Georgische troepen en artillerie, doch leed zelf onverwachte verliezen door Georgisch luchtafweergeschut. ’s Avonds waren de Georgische troepen verdreven uit Tschinval. 
 
Na ontzetting van de belegerde Russische en Zuid-Ossetische troepen in Tschinval rukte het Russische leger vanuit Zuid-Ossetië én Abchazië Georgië binnen. Rusland schakelde de Georgische luchtafweer uit, verwierf luchtsuperioriteit over Georgië en bracht één Georgisch marineschip tot zinken in de Zwarte Zee. Na 10 augustus 2008 stortte het Georgische leger in elkaar en werd het ontwapend door de Russen. 
 
De succesvolle tegenreactie van Rusland verraste zowel de VS als Georgië. Het Georgische leger werd in amper vijf dagen (8-12 augustus 2008) vernietigd. Hoewel de oude Sovjettanks van het Russische leger met veel uitval kampten en de Russische troepen geen geavanceerde wapens en geen degelijke militaire communicatie hadden, zorgde het hoge moreel van de troepen voor een snelle overwinning. 
 
De oorlog tussen Rusland en Georgië eindigde met een door de EU bemiddeld staakt-het-vuren. Op 26 augustus 2008 – twee dagen na het einde van de Olympische Spelen in Peking én twee dagen vóór de 8ste jaarlijkse top van de Shangai Cooperation Organisation in Tadzjikistan – erkende Rusland de onafhankelijkheid van Abchazië en Zuid-Ossetië. China stuurde 1 miljoen dollar aan humanitaire hulp naar het zwaar verwoeste Zuid-Ossetië, waarvoor Rusland publiek zijn waardering uitte. 
 
De oorlog bracht de vele problemen van het Russische leger aan het licht en leidde tot het opstellen van een verbeterplan. De overwinning op Georgië was niet te danken aan de gevechtskracht van het leger, maar aan de persoonlijke kwaliteit van de troepen. In de daaropvolgende jaren voerde Rusland grote legerhervormingen door. 
 
Voor het eerst sinds de val van de USSR vocht Rusland actief terug tegen Westerse druk. De spanningen namen in de daaropvolgende jaren alleen maar toe, maar Rusland vocht steeds meer terug. De uitbreidingsplannen van de NAVO naar het oosten vormen immers een directe veiligheidsbedreiging voor Rusland. 

Geopolitieke context: een Amerikaans raketschild tegen Rusland

Men kan de vraag stellen waarom de VS een klein landje als Georgië (3,8 miljoen inwoners in 2008) de opdracht gaf een grootmacht als Rusland (143 miljoen inwoners in 2008) aan te vallen. Het zou ongeveer hetzelfde zijn alsof het Groothertogdom Luxemburg een invasie zou doen in Duitsland of Frankrijk. Men wist maar al te goed dat Rusland met zekerheid hard zou terugslaan. De enige verrassing was dat het zo snel gebeurde. 
 
 Die Georgische aanval tegen Rusland is echter heel wat minder absurd vanuit een geopolitiek perspectief. De VS was namelijk al een aantal jaren bezig met alle buurlanden van Rusland – waaronder Georgië – tot satellietstaten te maken, een soort omsingeling van Rusland dus. Tegelijk waren de Amerikanen bezig een raketschild op te richten in de westelijke buurlanden van Rusland – in casu Polen en Tsjechië – dat zogezegd zou moeten dienen om kernraketten vanuit het door de Amerikaanse president George Bush jr. tot ‘schurkenstaat’ geproclameerde Iran te onderscheppen. Nochtans constateerde een pas in 2007 opgedoken CIA-rapport uit 2003 reeds dat Iran onmogelijk kernwapens kon aanmaken en totaal géén gevaar vormde voor het Westen. Het Amerikaanse raketschild was dan ook uiteraard tegen Rusland gericht.
 
Vanzelfsprekend was Rusland hevig tegen dit raketschild gekant, wat het de VS politiek enigszins bemoeilijkte om dit door te drukken aangezien de Russische vrees valabel leek. De op het eerste zicht waanzinnige Georgische aanval én de zekere Russische militaire tegenreactie gaven de VS echter de kans om Rusland internationaal hevig te bekritiseren, maar ook en vooral … eindelijk en nu zonder tegenpruttelen van andere landen dat raketschild door te drukken en de banden met Ruslands buurlanden nog nauwer aan te halen. Zo bereikten de Amerikanen reeds op 14 augustus 2008 – amper twee dagen na de oorlog – een slotakkoord met Polen over het installeren op Pools grondgebied van een deel van het Amerikaanse raketschild en over het verder aanhalen van de Pools-Amerikaanse militaire samenwerking. De Amerikaanse wurggreep van Rusland werd dus door de Vijfdaagse Oorlog aanzienlijk versterkt. En dat voorspelde toen reeds niet veel goeds voor de toekomst…
 
Voorts leerde de Georgische invasie in Zuid-Ossetië de VS hoe ver het kon gaan in de ex-Sovjetgebieden. De Amerikanen verwierven inzicht in de Russische defensiecapaciteit: hoe Rusland reageerde, of het daar voldoende middelen voor had, hoe het Russische leger de invasie zou aanpakken en hoeveel tijd het daarvoor nodig had. 
 
Bovendien wilden de VS en de NAVO de Zuid-Ossetische kwestie opgelost zien om Georgië te kunnen laten toetreden tot de NAVO. Het NAVO-verdrag bepaalt immers dat een land dat niet de volledige controle heeft over zijn grondgebied geen lid kan worden van de NAVO. 

De ondergang van Saakasjvili

Mikhail Saakasjvili zit sinds 1 oktober 2021 in Georgië een gevangenisstraf van zes jaar uit voor zware fysieke mishandeling en corruptie. Daarnaast lopen nog onderzoeken tegen hem wegens illegale verrijking, inbraak, overtreding van de grondwet, het illegaal binnenkomen van het land en onwettig gebruik van hevig geweld tegen journalisten, politici en vreedzame demonstranten. Hiervoor riskeert Saakasjvili nog eens vijf tot acht jaar gevangenisstraf. 
 
Opmerkelijk is dat het Openbaar Ministerie van Georgië drie hooggekwalificeerde internationale experts uitnodigde om het bewijsmateriaal in de strafzaken tegen Saakasjvili te beoordelen: Paul Coffey (voormalig hoofd van de Afdeling Georganiseerde Misdaad en Afpersing van het Amerikaanse Ministerie van Justitie), Moshe Lador (voormalig Openbaar Aanklager van Israël) en Geoffrey Nice (plaatsvervangend Hoofdaanklager van het Internationaal Straftribunaal voor ex-Joegoslavië van de VN). Volgens hun beoordeling voldeed het bewijsmateriaal voor het instellen van strafrechtelijke vervolging van Saakasjvili.
 
Hoewel Saakasjvili nu in de gevangenis zit, wordt zijn giftige nalatenschap nog steeds gevoeld. Het is immers zeer moeilijk om de misdaden van zijn heerschappij over Georgië recht te zetten. 

Voorspel voor de Russisch-Oekraïense oorlog

De Vijfdaagse Oorlog van 2008 was qua schaal niet te vergelijken met de Russisch-Oekraïense oorlog. Maar net zoals Georgië destijds is ook Oekraïne een Amerikaanse satellietstaat. In tegenstelling tot de Vijfdaagse Oorlog, die meer een soort test was, heeft de VS met de proxy-oorlog in Oekraïne echt de bedoeling om Rusland uit te putten – inzake mankracht, financiën, economie en militair materieel – en liefst zelfs te laten uiteenvallen. 
 
De VS slaagde er niet in om Georgië in een anti-Russische staat te veranderen. Vooreerst was er geen steun bij de Georgische bevolking voor eender welk conflict met Rusland. Het land zat opgescheept met een pro-Westerse elite wiens handelen indruiste tegen de belangen van Georgië. Voorts hebben Georgiërs en Russen ruim 200 jaar geschiedenis én het orthodoxe geloof gemeenschappelijk. Deze factoren hebben uiteraard een blijvende invloed. Daardoor was het onmogelijk om de Georgiërs op te zetten tegen Rusland. 
 
Daarentegen is het Westen er wel degelijk in geslaagd om een wig te drijven tussen Rusland en Oekraïne na de tweede Oekraïense kleurenrevolutie in 2014. Het Westen installeerde in Kiev een regime van volgzame apparatsjiks, dat zich manifesteerde als een rabiate tegenstander van Rusland op vlak van ideologie, religie en interpretatie van de gemeenschappelijke Russisch-Oekraïense geschiedenis. Daarnaast hebben de VS en de NAVO het Oekraïense leger aanzienlijk bewapend en getraind, waardoor Oekraïne een anti-Russisch bolwerk is geworden. 
 
Dit was alleen maar mogelijk door culturele en historische condities. Er bestaan namelijk twee erg verschillende culturen in Oekraïne. 
 
 Primo, Oost-Galicië en Wolynië in het uiterste westen van Oekraïne waren tot de 16de eeuw orthodoxe gebieden. Sindsdien zijn deze gebieden met behoud van hun orthodoxe ritus overgegaan tot de Katholieke Kerk. Zij behoren tot de zgn. Byzantijns-katholieke kerk en worden ook wel Uniaten – voormalige orthodoxen die geünieerd zijn met Rome – genoemd. Daardoor zijn zij zich op het Westen gaan oriënteren en ontstond er bij hen een vijandigheid tegenover Rusland. In Oost-Galicië en Wolynië ontwikkelde zich in het interbellum en tijdens de Tweede Wereldoorlog een extremistisch nationalisme dat collaboreerde met Duitsland en gruwelijke massamoorden beging tegen de etnisch-Poolse minderheid. De Westerse heerschappij over Oekraïne steunt tevens op deze regio’s. Zoiets bestaat niet in Georgië. 
 
Secundo, de rest van Oekraïne – o.m. Donbass, de Krim, Novorossiya en Malorossiya – is Russischtalig orthodox gebied, wiens inwoners van oudsher op Rusland georiënteerd zijn. Ook de hoofdstad Kiev én de omliggende regio zijn Russischtalig. 
 
Als de VS over mensenrechten praat, bedoelt het eigenlijk minerale rechten. De Amerikanen stoken de mensenrechtenkwestie op met als werkelijke bedoeling de natuurlijke hulpbronnen van het land in kwestie in handen te krijgen. De VS stak Oekraïne in brand omdat het de natuurlijke hulpbronnen van Donbass en Siberië in handen wil krijgen. Hier staan ​​echter president Poetin en het Russische leger tegenover.
 
Toenmalig president van Rusland Medvedev becommentarieerde in 2023 de 15de verjaardag van de Vijfdaagse Oorlog: “Precies 15 jaar geleden reageerde Rusland resoluut op de laffe aanval op Tschinval en verdreef de agressor. Achter de idioot Saakasjvili stond het collectieve Westen, dat toen al de situatie in de onmiddellijke nabijheid van de Russische grenzen probeerde op te stoken. (…) De VS en hun vazallen (…) voeren heden opnieuw een criminele oorlog (…) in een poging Rusland van de aardbodem te vegen. Het hele NAVO-systeem vecht praktisch openlijk tegen ons. We hebben genoeg troepen om alle taken van de Speciale Militaire Operatie uit te voeren. Net als in augustus 2008 zullen onze vijanden worden verpletterd en zal Rusland vrede bereiken op zijn eigen voorwaarden. De overwinning is aan ons!”.